MENU
  • “Gelukkig is een mens die wijsheid heeft gevonden, een mens die inzicht wint.” – Spreuken

  • “Wijzer: Het leven is mooi maar niet altijd gemakkelijk. Daarom geven wij levenslessen van grote wijzen door.”

  • “Educatie is het krachtigste wapen dat we kunnen gebruiken om de wereld te veranderen” – Nelson Mandela

  • “Niet omdat de dingen moeilijk zijn, durven wij niet, maar omdat wij niet durven, zijn de dingen moeilijk” – Seneca

  • “Wijzer: Alles wat je wél over het leven moet weten maar nooit hebt geleerd.”

BLOG: Schieten op de verkeerde



Je hebt recht van spreken in relatie met de ander wanneer je passende zorg hebt geboden en wanneer je geen of onvoldoende passende zorg hebt ontvangen. Recht van spreken omdat het niet krijgen van passende zorg haaks staat op wat menselijk is. Passende zorg is eigen aan ‘mens zijn’. Zorg had je nodig omdat je afhankelijk was. Je kon het jezelf nog niet geven; als kind heb je recht op zorg. Ook heb je recht op gezien worden in wie je bent. Op de kans krijgen om je te ontwikkelen binnen je eigenheid en mogelijkheden. Je ouders hebben, als kind, dat recht ook gehad. Als je deze zorg en kans op ontwikkeling van je eigenheid niet hebt gekregen, staan je ouders bij je in de schuld. Het recht op deze existentiële levensbehoefte blijft bestaan. Het kan zijn dat je ouders ook niet gekregen hebben waar ze recht op hadden en je grootouders ook niet. Daarvoor zijn allerlei –(niet) aanwijsbare- redenen. Desondanks staat deze volwassene bij het kind, hun kind, in de schuld.

Vanuit het recht hebben op, en het niet gekregen hebben, gaat het kind halen waar hij recht op had en min of meer nog heeft. Omdat het kind weet dat het hiervoor niet bij zijn ouders terecht kan, haalt hij het bij anderen. Andere volwassenen moeten hem geven wat hij van zijn ouders heeft gemist. Dit kan zo sterk beleeft worden dat hij dit recht opeist, gaat (op)halen bij anderen. Die ander kan iedereen zijn. Vaak speelt het verlangen naar ‘alsnog recht gedaan worden’ in o.a. partnerrelatie problematiek een grote rol. Helaas: die ander kan niet geven wat het inmiddels volwassen kind nodig heeft, want dat ligt niet in zijn vermogen. Het komt vaak voor dat die persoon, hoewel onschuldig aan jouw tekort, daar dan voor moet boeten. Zo geef jij die ander de schuld van wat jij mist, omdat je het niet gekregen hebt. Hiermee wordt je dan zelf ook weer iemand die de ander onrecht doet.

Uit mijn praktijk

Op mijn vraag of ze met de poppetjes kan uitbeelden wat ze wil bespreken heeft Mischa een poppetje gepakt dat twee pistooltjes in zijn handen heeft. Ze pakt ook een poppetje voor haar man Timon. Deze houdt ze in haar linkerhand. Haar eigen poppetje heeft ze in haar rechterhand. Dan voert ze een soort ‘Jan Klaassen en Katrijn’ spel op. Haar poppetje ‘schiet’ allemaal verwijten naar het poppetje dat Timon verbeeldt. De hand die Timon vasthoudt beweegt zich steeds verder weg van de hand met haar eigen poppetje erin, maar haar gewapende poppetje gaat achter hem aan, tot haar lichaam niet verder meer kan mee draaien. Dan barst ze in huilen uit: “ ik kan niet meer, ik ben op. Helemaal op! En dat ik Timon overal de schuld van geef is niet fair, maar ik kan het niet stoppen…

Mijn overdenkingen

Het is de tweede keer dat ik hen samen zie. Mischa’s geschiedenis trekt in een flits aan me voorbij tijdens haar ‘Jan Klaassen en Katrijn’ verbeelding. Ze is de oudste dochter van negen kinderen. Haar moeder was lichamelijk niet sterk en haar vader overleed toen Mischa twaalf jaar was. Ze is een slimme meid, maar mocht niet naar het VWO. Die school stond te ver weg. Buiten schooltijden moest ze altijd helpen in de huishouding en met de verzorging van haar broertjes en zusjes. Spelen en met vriendinnen uitgaan was er niet bij. Haar moeder vond dat vanzelfsprekend en vindt dat nog steeds. Bovendien snauwde ze Mischa vaak toe dat ze lui is, altijd loopt te dromen of met haar neus in de boeken zit. Nog steeds doet moeder lelijk tegen Mischa. Inmiddels is Mischa getrouwd, al op haar achttiende (zo snel mogelijk weg uit deze situatie). Ze is gaan studeren en stappen en voelde zich als een veulen in de wei. Toen raakte ze zwanger. Ze wordt boos en nukkig en snauwt Timon af. Hij heeft het altijd gedaan en doet niets goed ook al doet hij naast zijn werk het meeste in het huishouden. Hij brengt Mischa thee op bed en ze mag doen en laten wat ze wil. Mischa probeert van hem te krijgen wat haar ouders haar niet hebben kunnen geven.
Op dat punt in mijn gedachten aangekomen, overvalt me een soort moeheid. Dat halen bij de ander wat je tekort gekomen bent, is een hardnekkig ‘ding’. Je kunt het immers nooit krijgen zoals je het nodig hebt gehad, maar dat verlangen blijft maar zeuren. Ik weet dat ik haar en Timon niet zo maar uit dit patroon kan krijgen met mijn therapie. Mijn gedachten gaan naar mezelf en mijn partner..…ik doe soms nog steeds wat Mischa doet. En ik zou toch beter moeten weten! Ik werk al jaren hard om van het mechanisme ‘schieten op de verkeerde’ af te komen. Ach natuurlijk heb ik het eerder door, doe ik het vaak niet meer en gaat het veel beter omdat ik weet wat ik met mezelf aan moet, maar toch…soms doe ik het nog; mijn partner laten boeten voor mijn eigen zielenpijn. Het is ook makkelijker om op hem te schieten, dan op mijn ouders die al lang dood en begraven zijn. Hoewel, ook daarvóór hadden zij geen idee van waar ik nou heen wilde als ik over vroeger begon. Zij gingen in de verdediging en de verhalen kwamen waarin zij hun uiterste best gedaan hadden mij te geven wat zij dachten dat ik nodig had. Ik ben er inmiddels van overtuigd dat dat nog waar is ook. Ik herpak mezelf en besluit dat ik met Mischa over haar eigenheid wil gaan praten. Haar even op een ander been zetten. Ik ben ook benieuwd of Timon die eigenheid kent. Ik begin bij hem. Via het heden naar het verleden. Dan kom ik later wel uit bij de ouders, broers en zussen van Mischa. Ik ben ook benieuwd wat zij van Mischa’s eigenheid hebben gezien. Mogelijk zonder dat Mischa zich dat bewust is, kunnen haar broers en zussen nog dienen als relationele hulpbronnen.

Vragen:

  • Ben jij je bewust wanneer je je afreageert op een dierbaar iemand of juist een onbekende, terwijl er eigenlijk iets is waarvan de oorzaak in het verleden ligt en waaraan je zelf moet werken om daarmee om te gaan?
  • Kun je dat uitspreken en je excuus voor aanbieden?
  • Wat zou je zelf kunnen doen om er beter mee om te gaan?
  • Is het nog uit te spreken of te bespreken met degene waarbij je dat tekort aan erkenning hebt opgelopen? Of met anderen die er toen bij waren?

Nieuwe blogs als eerste via email ontvangen?
Vul dan hier je emailadres in:

Deze blogs worden geschreven door contextueel therapeut Gerrie Reijersen van Buuren om Nederland wijzer te maken. Ze probeert de diepere laag achter alledaagse thema’s te beschrijven. Niet de symptomen maar de oorzaken worden inzichtelijk gemaakt. Meer weten over leven vanuit je kracht?

Agenda

Nieuwsbrief

Contact

Neem contact op